Alphonse Renard, Ronsenaar, kreeg een mooi standbeeld te Brussel in 1906 voor zijn bijdrage aan de wetenschappen, bovenop een straatnaam in Elsene en zelfs op Antartica draagt een kaap zijn naam. In Ronse zelf wordt hem enkel een spookstraat toegekend. De Alphonse Renardlaan te Ronse is eigenlijk een private oprit geworden thv een dierenvoederzaak op de Kruisstraat, met bij mijn weten 1 huisnummer. Maar wie was die man dan wel?
Alphonse Renard
Alphonse-François Renard (°Ronse, 28 september 1842 – †Elsene, 9 juli 1903) was een internationaal vermaarde geoloog en professor aan de Rijksuniversiteit Gent. Ondermeer door de introductie van de polarisatiemicroscoop gaf hij het geologisch onderzoek in België een belangrijke stimulans.
Zijn faam op het vlak van marien geologisch onderzoek dankt hij hoofdzakelijk aan de samenwerking met de befaamde Schotse naturalist John Murray in het kader van de oceanografische expeditie van de HMS Challenger. Hun Report on DeepSea Deposits, based on the Specimens collected during the Voyage of HMS Challenger in the years 1872-1876 (1891) werd wereldwijd beschouwd als dé ‘bijbel’ van de mariene geologie. Daarnaast publiceerde Renard ook talrijke werken over de geologie van diverse eilanden over de hele wereld.
Levensloop
Alphonse-François Renard werd als Franstalige geboren te Ronse op 28 september 1842. Als zoon van een meubelmaker bracht hij zijn eerste werkjaren door in een textielfabriek. Gelukkig werden Renards intellectuele capaciteiten tijdig opgemerkt en kreeg hij vanaf 1856 de kans om te studeren aan het bisschoppelijk college in Ronse en vervolgens aan het Jezuïetencollege in Turnhout.
Stanbeeld te Elsene
Nadat hij in 1865 zijn geloften als Jezuïet had afgelegd, werkte hij enkele jaren als leerkracht Engels en Duits in de colleges van Namen en Doornik. Tijdens deze periode begon Renard zijn passie voor wetenschappen te ontwikkelen. Zijn verblijf in de Duitse Jezuïetenabdij van Maria Laach in 1870 zou een scharnierpunt in Renards leven blijken. Het omringende vulkanische Eifelgebergte, rijk aan prachtige geologische formaties, liet op Renard een diepe indruk na en wakkerde zijn wetenschappelijke interesse verder aan. Hier verdiepte Renard zich voor het eerst grondig in de beginselen van de geologie en meer specifiek de mineralogie. Vervolgens zette hij zijn studies voort aan de Universiteit van Wenen.
Toen Renard in 1872 terugkeerde naar België, vatte hij de tweejarige studie theologie aan. Hierna ging hij vanaf 1874 tot 1883 aan de slag als docent chemie en mineralogie in het Leuvense Jezuïetencollege. Hoewel Renard zich steeds meer concentreerde op zijn wetenschappelijke carrière, kende zijn kerkelijke roeping in 1877 nog een vervolg met zijn priesterwijding. In datzelfde jaar werd hij ook conservator van het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel. Deze laatste functie zou hij vervullen tot 1888, het jaar waarin hij benoemd werd tot professor aan de toenmalige Rijksuniversiteit Gent. Hij doceerde er ondermeer geologie, mineralogie, paleontologie en fysische geografie. Het feit dat een priester te werk werd gesteld aan de Gentse universiteit, toen nog een liberaal bastion, werd aanvankelijk trouwens niet op gejuich onthaald in de studentenkringen.
Straat te Brussel
Zijn wetenschappelijke carrière
Als geologisch onderzoeker genoot Renard in zijn tijd internationale erkenning. Hij werd geprezen om zijn nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek, gekenmerkt door zeer precieze waarnemingen en krachtige besluitvormingen. Hij ontving eredoctoraten van de universiteiten van Bologna, Dublin en Edinburg en werd in 1885 laureaat van de prestigieuze Bigsby medaille, uitgereikt door de Geological Society of London. In 1898 werd hij tevens lid van de Koninklijke Academie van België.
Renards wetenschappelijke inzichten kwamen na verloop van tijd meer en meer in conflict met zijn religieuze overtuigingen. Nadat hij in 1883 de orde van de Jezuïeten de rug had toegekeerd, brak hij in 1900 volledig met de katholieke kerk. Eén jaar later, op 21 maart 1901, huwde hij in Londen met Henriette Catharine Van Gobbelschroy. Deze levensbeschouwelijke ommekeer werd echter niet door iedereen gesmaakt en werd zeer kritisch beoordeeld door de Gentse burgerij en de Belgische media.
Hoewel Renard aan het begin van de twintigste eeuw zijn einde vroegtijdig zag naderen ten gevolge van darmkanker, bleef hij onvermoeibaar verder werken. In 1902 verzorgde hij zo nog de Franse vertaling van Charles Darwins Geological Observations on the Volcanic Islands visited during the Voyage of H.M.S. Beagle. Dit werk zorgde mee voor de introductie van de leer van Darwin in België.
Renard stierf in Elsene op 9 juli 1903. In deze gemeente werd een straat naar hem vernoemd en een standbeeld opgericht in zijn nagedachtenis. Zijn naam werd tevens vereeuwigd in de ‘Kaap Renard’, die torenhoog uitstijgt boven het ijs in de Straat van Gerlache op Antarctica. Ook het gerenommeerde ‘Renard Centre of Marine Geology’ (RCMG), dat in 1987 werd opgericht aan de Universiteit Gent, wil de herinnering aan deze uitzonderlijke onderzoeker levendig houden.
Zijn polarisatiemicroscoop
Alphonse Renard concentreerde zich in zijn wetenschappelijk onderzoek voornamelijk op de studie van de gesteenten. Hij publiceerde verschillende werken over de geologie van ons land en ontwikkelde in het bijzonder een passie voor petrografie, een vakgebied binnen de aardkunde dat zich bezighoudt met de nauwkeurige beschrijving van gesteenten. In de voetsporen van de Britse geoloog Henry Clifton Sorby, die in de jaren 1860 de basis van de microscopische petrografie had gelegd, zou Renard zich algauw de technieken van de polarisatiemicroscoop meester maken. Met dit toestel worden gesteenten beschenen of doorstraald door gepolariseerd licht (licht dat alleen uit golven met een bepaalde richting bestaat), waardoor verschillende kristallen en mineralen geïdentificeerd kunnen worden. Renard introduceerde dit type microscoop als eerste in België. Hij zou in een publicatie uit 1878 zelfs verschillende aanpassingen voorstellen aan het microscoopontwerp van de hand van de Duitse geoloog Heinrich Rosenbusch. Hij liet zijn ‘eigen’ microscoop ook effectief bouwen door Voigt en Hochgesang in Göttingen. Ondanks al deze verwezenlijkingen op vlak van het gesteenteonderzoek op het vasteland, zijn het toch vooral Renards oceaangerelateerde exploten die het meeste indruk maakten.
Basis van de mariene geologie
De expeditie met de HMS Challenger in de periode 1872-1876 leidde de wereld binnen in het tijdperk van de moderne oceanografie. De weelde aan gegevens die over de hele aardbol en tot op grote diepte verzameld werd, leverde onderzoekers een schat aan geologische, biologische en oceanografische informa -tie op. Bovendien zorgde de analyse van de data en monsters van de Challenger voor de start van het multidisciplinaire oceanografisch onderzoek op internationale schaal.
De volledige resultaten van het onderzoek in het kader van deze expeditie werden gebundeld in het boek ‘Report on Deep-Sea Deposits, based on the Specimens collected during the Voyage of HMS Challenger in the years 1872-1876’ (1891), dat beschouwd werd als hét standaardwerk van de mariene geologie. Dit boek van de hand van Murray en Renard behandelde de mineralogische analyse van de sedimenten en bracht hun origine en verdeling over de aardbol in kaart. Het bepalen van de aard en de plaats van de sedimenten maakte het mogelijk om ook de grote lijnen van een geologische kaart van de oceaanbodem te tekenen. Dit meesterwerk van Renard en Murray leidde tot een enorme kennisexplosie over de verscheidenheid in diepzeebodems, de oorsprong en de aard van het rondzwevende en neerdwarrelende sediment en het voorkomen van mangaanknollen.
Zijn expedities
Renard werd door de organisator van de Challenger expeditie, de Schot Charles Wyville Thomson, ook ingeschakeld om verder onderzoek te voeren naar de geologie van de verschillende eilanden waar de expeditieleden voet aan wal hadden gezet. Renard hield zich vanaf 1885 dan ook bezig met de analyse van de samenstelling van de gesteenten van deze gebieden en publiceerde zijn bevindingen in niet minder dan 20 wetenschappelijke artikels, waaronder ‘Sur les roches de l’île de Juan Fernandez’ (1885), ‘Sur les roches de l’île de Kantavu’ (1886), ‘Sur les roches de l’île de Heard’ (1886), ‘Sur les roches de l’île de Nightingale’ (1887) e.a. Vele van deze eilanden waren trouwens reeds bezocht en bestudeerd door Charles Darwin tijdens zijn tocht aan boord van de Beagle.
Belgica
De Antarctica-expeditie van de Belgica
Alphonse Renard was een hevig voorstander van expedities. Toen de Belgische marineofficier Adrien de Gerlache de Gomery aan het einde van de negentiende eeuw een ontdekkingsreis naar Antarctica voorstelde, vond hij in Renard een vurige medestander. In 1897 vertrok de Belgica uit de haven van Antwerpen, om pas in 1899 – na 13 maanden te hebben vastgezeten in het poolijs – terug huiswaarts te keren. Als dank voor Renards steun aan deze Belgische expeditie, zou de Gerlache een indrukwekkende Antarctische kaap omdopen tot ‘Kaap Renard’. ‘Cape Renard’ is één van de meest indrukwekkende natuurverschijnselen ter wereld, een rots uit basalt die 700m de zee uitrijst.
Cape Renard
De analyse van en publicaties over de geologische stalen die verzameld werden tijdens deze tocht, werden toevertrouwd aan Renard en aan de Poolse geoloog en expeditielid Henryk Arctowski. Het voortijdige overlijden van Renard verhinderde echter de voltooiing van dit werk, waardoor zijn bijdrage beperkt bleef tot een voorstudie in samenwerking met Arctowski. Dit onderzoek werd gebundeld in het rapport: ‘Notice préliminaire sur les sédiments marins recueillis par l’expédition de la Belgica’ (1901-1902). Het werk bevat in eerste instantie bathymetrisch onderzoek waarin men via dieptemetingen het reliëf van de zeebodem in kaart brengt. In het tweede deel bespreken de auteurs de verschillende aangetroffen sedimenten. Renard en Arctowski besloten dat de resultaten van de expeditie twee extra argumenten gaven voor de hypothese van het Zuidelijke Continent. Deze hypothese stelt dat er zich een vaste landmassa bevindt onder de ijskap van de Zuidpool, een theorie die door later onderzoek gestaafd werd.
Kortom, wie dit net las moet een diepe buiging maken voor Alphonse Renard. Geef die man een deftige straat in zijn geboortestad Ronse als eerbetoon. Misschien een klein standbeeldje voor een kerk ofzo?
Bron: Vlaams insituut voor de zee